Geen data
Geen data
Hierboven wordt per leeftijd het aantal werkzame fte’s leraren (inclusief het gebruik van de
seniorenregeling) in [STARTJAAR] van de selectie gegeven.
Hierboven is de leeftijdsverdeling van de selectie weergegeven waarbij gedeeld is door het totaal aantal
werkzame fte’s van de selectie. De relatieve leeftijdsverdeling kan op deze manier met leeftijdsverdelingen
van andere selecties worden vergeleken.
De werkgelegenheid voor leraren op een school wordt berekend aan de hand van het aantal leerlingen en het
aantal fte per leerling dat de school in [STARTJAAR] in dienst heeft. Daarnaast wordt rekening gehouden met
een beperkte vaste voet. De prognose van de werkgelegenheid wordt berekend aan de hand van
de leerlingenprognoses van
DUO.
Hier wordt de werkgelegenheid in fte’s (exclusief het gebruik van de seniorenregeling) voor leraren getoond.
Hier wordt de werkgelegenheid voor leraren van de selectie getoond waarbij [STARTJAAR+1] gelijk is gesteld
aan 100. Op deze manier is de ontwikkeling van de werkgelegenheid voor leraren te vergelijken met andere
selecties.
De vervangingsvraag ontstaat als leraren stoppen met werken in de sector, minder gaan werken, een andere
functie aannemen of (meer) gebruik gaan maken van de seniorenregeling. hierboven is de ontwikkeling van de
vervangingsvraag voor leraren van de selectie weergegeven.
Hierboven is de vervangingsvraag voor leraren relatief gemaakt door per ramingsjaar te delen door de
werkgelegenheid. Op deze manier is de vervangingsvraag te vergelijken met andere selecties.
Instroom wordt gevormd door personen die (weer) in de sector aan de slag gaan. Het gaat hierbij om
afgestudeerden van de lerarenopleiding, personen in de zogenaamde stille reserve (zijnde personen die een
lesbevoegdheid hebben maar niet werkzaam zijn in het onderwijs), en om zijinstroom. hierboven is de
verwachte ontwikkeling van instroom van leraren in fte in de selectie weergegeven.
Hierboven is de instroom van leraren relatief gemaakt door per ramingsjaar te delen door de werkgelegenheid.
Op deze manier is de instroom te vergelijken met andere selecties.
Onvervulde werkgelegenheid ontstaat als de werkgelegenheid niet geheel kan worden ingevuld omdat de instroom
te beperkt is om de vervangingsvraag op te vangen. Merk op dat voor het startpunt van de tekorten een
benadering is gemaakt door de onbevoegd gegeven lessen in [STARTJAAR] als tekorten te tellen.
Mogelijkerwijs was het tekort in [STARTJAAR] de praktijk groter.
Hierboven is de onvervulde werkgelegenheid relatief gemaakt door deze per ramingsjaar te delen door de
werkgelegenheid. Op deze manier kan de ontwikkeling van de tekorten vergeleken worden met die van
andere selecties.